top of page

â—‹â—‹â—‹ Zorgcontinuüm â—‹â—‹â—‹

Zorgcontinuüm

​

Scholen hebben de opdracht om te werken aan de ontplooiing van iedere leerling. Het zorgcontinuüm beschrijft hoe een school het zorgbeleid kan uitbouwen in 4 fasen. Dit continuüm vertrekt vanuit de zorg voor alle leerlingen en evolueert geleidelijk naar zorg voor leerlingen met heel specifieke onderwijsbehoeften. (Schuif met je muis over de fasen, of op je smartphone tab op de fasen)

Leerplan: Individueel aangepast curriculum
Betrokkenen: leerling/ouders, leerkracht,
zorgcoördinator/ leerlingenbegeleider, CLB
+ leerondersteuner, ev. begeleider zorg en kansen, externe therapeut ...

Leerplan: curriculum
Betrokkenen: leerling/ouders, leerkracht, eventueel bijgestaan door
zorgleerkracht, collega ...

Leerplan: Gemeenschappelijk curriculum
Betrokkenen: leerling/ouders, leerkracht
+ zorgcoòrdinator/leerlingenbegeleider

Leerplan: Gemeenschappelijk curriculum
Betrokkenen: leerling/ouders, leerkracht, zorgcoördinator/ leerlingenbegeleider
+ CLB, leerondersteuner, eventueel externe therapeut ...

Fase O
Brede basiszorg

Fase 1
Verhoogde zorg

Fase 2
Uitbreiding van zorg

Fase 3
IAC

  • Brede basiszorg (fase 0): In deze fase stimuleert de leerkracht zoveel mogelijk de ontwikkeling van alle leerlingen, volgt hen systematisch op en werkt actief aan het verminderen van risicofactoren en aan het versterken van beschermende factoren. Hiervoor wordt vooral een beroep gedaan op de principes van de krachtige leeromgeving. In deze fase spreken we ook van remediëren en differentiëren.

 

  • Verhoogde zorg (fase 1): In de fase van verhoogde zorg worden op school- en klasniveau (leerlingbegeleider, leerkracht, zorgcoördinator) extra maatregelen (zoals remediëren, differentiëren, compenseren en dispenseren) genomen die ervoor zorgen dat de leerling met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) het gemeenschappelijk curriculum (GC) kan blijven volgen.

 

  • Uitbreiding van zorg (fase 2): In de fase van uitbreiding van zorg krijgt het CLB een actieve rol. De CLB-medewerker onderzoekt wat de leerling met specifieke onderwijsbehoeften nodig heeft en wat de ondersteuningsbehoeften zijn van de leraren en de ouders. Het CLB stelt nadien eventueel een gemotiveerd verslag op waarin de nood aan uitbreiding van zorg, onder de vorm van ondersteuning vanuit het ondersteuningsnetwerk, gemotiveerd wordt. Deze leerling blijft wel het gemeenschappelijk curriculum volgen, met redelijke aanpassingen.

 

  • Individueel aangepast curriculum (fase 3): De leerling heeft een IAC-Verslag, opgemaakt door het CLB, waardoor er kan afgeweken worden van het gemeenschappelijk curriculum. Er kan beslist worden om een individueel aangepast curriculum (IAC) op te starten of de overstap naar het buitengewoon onderwijs te maken.
    Specifieke info over een IAC is terug te vinden op de PRO.-website van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Bij vragen of moeilijkheden kan je altijd terecht bij de CLB-medewerker van de school of de inclusie-verantwoordelijke (Dorien Timmermans).

 

Bij vragen en nood aan hulp in fase 0 en 1 kan de school beroep doen op de pedagogische begeleidingsdienst en het CLB. Indien er nood aan ondersteuning is in fase 2 en 3, kan het leersteuncentrum ingeschakeld worden.

 

Extra info vind je ook op de site van Katholiek Onderwijs Vlaanderen (pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/vademecum-zorg-en-kansen/continuum-van-zorg) en Prodia (www.prodiagnostiek.be).

bottom of page